OPDRACHT >> 1. Lees: “De Antisociale Persoonlijkheid”

DE ANTISOCIALE PERSOONLIJKHEID

Er bestaan bepaalde karaktertrekken en er is sprake van een bepaalde mentaliteit, waardoor ongeveer 20 procent van een volk zich heftig verzet tegen elke activiteit of groep die verbetering nastreeft.

Van dergelijke mensen is het bekend dat ze antisociale neigingen hebben.

Wanneer het de wettelijke of politieke structuur van een land dusdanig vergaat dat dergelijke persoonlijkheden op vertrouwensposities de voorkeur verdienen, worden alle organisaties van dat land die een beschavende invloed uitoefenen, onderdrukt en vloeit hieruit een barbaarsheid van criminaliteit en economische druk voort.

Het zijn de Antisociale Persoonlijkheden die criminaliteit bedrijven en criminele handelingen plegen. Bij mensen die zijn opgenomen in een inrichting, is hun toestand gewoonlijk terug te voeren tot het in contact staan met zulke persoonlijkheden.

We zien daarom dat het belangrijk is dat de overheid, het politieapparaat en de geestelijke gezondheidszorg – om er maar eens een paar te noemen – dit type persoonlijkheid kunnen ontdekken en afzonderen, zodat de samenleving en de mensen worden beschermd tegen de destructieve consequenties als men zulke mensen de vrije hand laat om anderen schade te berokkenen.

Omdat zij slechts 20 procent van de bevolking uitmaken en omdat slechts 2½ procent van deze 20 procent echt gevaarlijk is, zien we dat we de toestand waarin de samenleving verkeert, met vrij weinig inspanning aanzienlijk zouden kunnen verbeteren.

Bekende, zelfs zeer beruchte voorbeelden van een dergelijke persoonlijkheid zijn natuurlijk Napoleon en Hitler. Dillinger, Pretty Boy Floyd, Christie en andere beruchte criminelen waren bekende voorbeelden van de Antisociale Persoonlijkheid. Door zo’n uitgelezen gezelschap in de geschiedenis zien we echter de minder sprekende voorbeelden over het hoofd en zien we niet dat zulke persoonlijkheden, onopvallend en vaak onopgemerkt, ook in ons dagelijks leven voorkomen.

Een relatief klein deel van de mensheid, ongeveer 20 procent, bezit antisociale eigenschappen. Maar zij veroorzaken voor de resterende 80% zoveel moeilijkheden, dat het niet in verhouding is tot hun aantal.

Wanneer we de oorzaak van het mislukken van een bedrijf opsporen, zullen we ongetwijfeld ergens in de gelederen de Antisociale Persoonlijkheid hard aan het werk vinden.

Bij gezinnen die uit elkaar vallen zien we gewoonlijk dat een van de betrokkenen een dergelijke persoonlijkheid heeft.

Wanneer men in het leven met tegenslag te maken krijgt en het op een mislukking uitloopt, zal een geoefend waarnemer na onderzoek een of meer van dergelijke persoonlijkheden aan het werk zien.

Omdat 80 procent van ons zich probeert te redden en slechts 20 procent probeert ons daarbij tegen te houden, zouden we het in het leven veel gemakkelijker hebben als we goed van de precieze kenmerken van een dergelijke persoonlijkheid op de hoogte zouden zijn. We zouden die persoonlijkheid dan kunnen ontdekken en onszelf veel mislukkingen en teleurstellingen kunnen besparen.

Het is dus van belang de eigenschappen van de Antisociale Persoonlijkheid onder de loep te nemen en op te sommen. Omdat het zo’n invloed heeft op het dagelijks leven van zoveel mensen, behoren fatsoenlijke mensen beter over dit onderwerp te worden geïnformeerd.

Eigenschappen

De Antisociale Persoonlijkheid heeft de volgende eigenschappen:

1. Hij of zij spreekt slechts in zeer algemene termen. Er worden voortdurend uitdrukkingen als “Ze zeggen...”, “Iedereen denkt...”, “Iedereen weet toch...” gebruikt, vooral bij het vertellen van geruchten. Wanneer men vraagt “Wie is iedereen dan?”, blijkt het gewoonlijk één bron te zijn en uit deze bron heeft de Antisociale Persoon iets gefabriceerd wat hij of zij doet voorkomen als de algemene opinie van de gehele samenleving.

Dit is voor hem vanzelfsprekend, omdat de hele samenleving één grote, vijandige algemeenheid is, in het bijzonder tegenover de Antisociale Persoonlijkheid zelf.

2. Zo iemand handelt voornamelijk in slecht nieuws, kritische of vijandige opmerkingen, het invalideren van mensen en suppressie in het algemeen.

Ooit werden deze personen omschreven als “roddelaars”, “voorboden van slechte tijdingen” of “onruststokers”.

Er moet tevens opgemerkt worden dat zo’n persoon geen goed nieuws of complimenten doorgeeft.

3. De Antisociale Persoonlijkheid geeft een negatieve draai aan een boodschap of het nieuws dat hij doorgeeft. Goed nieuws wordt tegengehouden en alleen slecht nieuws wordt doorgegeven, vaak nog aangedikt ook.

Zo iemand pretendeert ook “slecht nieuws” door te geven dat hij in werkelijkheid volledig uit zijn duim heeft gezogen.

4. Een eigenschap, en een van de betreurenswaardige aspecten van een Antisociale Persoonlijkheid, is dat hij niet reageert op behandeling of hervorming.

5. In het gezelschap van een dergelijke persoonlijkheid treffen we geïntimideerde of zieke collega’s of vrienden aan die, als ze al niet helemaal tot waanzin zijn gedreven, zich op een moeizame manier door het leven slepen, mislukkend en zonder succes.

Dergelijke mensen bezorgen anderen moeilijkheden.

Wanneer iemand die nauw met de Antisociale Persoonlijkheid in contact staat wordt behandeld of opgeleid, kan hij de vooruitgang daarvan niet vasthouden (omdat hij onder de suppressieve invloed van de ander staat), valt hij direct weer terug, of verliest hij de voordelen van zijn kennis.

Wanneer deze mensen lichamelijk worden behandeld, herstellen ze gewoonlijk niet binnen de verwachte termijn, maar gaan ze achteruit of herstellen ze maar moeizaam.

Zolang ze onder de invloed van de antisociale connectie blijven staan, heeft het absoluut geen zin om dergelijke mensen te behandelen, te helpen of op te leiden.

De meeste krankzinnigen zijn krankzinnig vanwege dat soort antisociale connecties en om die reden herstellen ze ook niet gemakkelijk.

Ten onrechte treffen we de Antisociale Persoonlijkheid maar zelden zélf in een inrichting aan. Alleen zijn “vrienden” en familieleden zijn daarin opgenomen.

6. Het is de gewoonte van de Antisociale Persoonlijkheid om het verkeerde doelwit uit te kiezen.

Als hij een lekke band krijgt nadat hij over een spijker is gereden, scheldt hij of zij een metgezel uit, of scheldt hij op iets anders dat niet de oorzaak van het probleem is. Als de radio van de buren te hard staat, schopt hij of zij de kat.

Als A duidelijk de oorzaak is, geeft de Antisociale Persoonlijkheid onvermijdelijk B, C of D de schuld.

7. De Antisociale Persoonlijkheid kan geen actiecyclus afmaken. Elke actie doorloopt verschillende stadia: de actie wordt begonnen, wordt voortgezet zolang dat nodig is en wordt dan volgens plan voltooid. Dit wordt in Scientology een actiecyclus genoemd.

Antisociale persoonlijkheden worden omgeven met onafgemaakt werk.

8. Veel Antisociale Personen zullen wanneer ze hiertoe worden gedwongen, de meest schokkende misdrijven grif toegeven, maar zullen er niet de geringste verantwoordelijkheid voor voelen.

Hun daden hebben weinig of niets met hun eigen wil te maken. Alles “gebeurde gewoon”.

Ze hebben geen benul van de werkelijke oorzaak van iets en kunnen er daarom met name geen enkele wroeging of schaamte voor voelen.

9. De Antisociale Persoonlijkheid steunt alleen destructieve groepen en gaat tekeer tegen elke groep die constructief is en zich voor verbeteringen inzet, en valt zo’n groep aan.

10. Dit type persoonlijkheid keurt alleen destructieve daden goed en bestrijdt constructieve of nuttige daden en activiteiten.

Vooral de kunstenaar blijkt als een magneet op antisociale persoonlijkheden te werken, want ze zien in zijn kunst iets dat vernietigd moet worden en “als vriend” proberen ze dat, op bedekte wijze, voor elkaar te krijgen.

11. Het helpen van anderen laat de Antisociale Persoonlijkheid zowat door het lint gaan. Activiteiten die vernietiging tot stand brengen onder het mom van hulp worden echter actief ondersteund.

12. De Antisociale Persoonlijkheid heeft een slecht gevoel voor eigendom en beschouwt het idee dat mensen iets bezitten als een verkeerde voorstelling van zaken, verzonnen om de mensen voor de gek te houden. Niets is ooit werkelijk iemands bezit.

De Fundamentele Reden

De fundamentele reden waarom de Antisociale Persoonlijkheid zich zo gedraagt, is dat hij of zij een heimelijke doodsangst voor anderen heeft.

De antisociale persoonlijkheid heeft een verborgen doodsangst voor anderen.
Alle andere mensen zijn vijanden die op een bedekte of openlijke manier vernietigd moeten worden.
Een eigenschap van een antisociale persoonlijkheid is dat hij hoofdzakelijk handelt in kritische of vijandige opmerkingen, invalidatie en suppressie in het algemeen.

Voor zo iemand is iedereen een vijand, een vijand die op bedekte of openlijke wijze kapot moet worden gemaakt.

Hij houdt vast aan het idee dat zijn voortbestaan afhangt van “anderen eronder houden” of “mensen dom houden”.

Als iemand met de belofte zou komen om anderen bekwamer of intelligenter te maken, wordt de Antisociale Persoonlijkheid gekweld door de gedachte dat hij persoonlijk gevaar loopt.

Ze redeneren dat als ze nu al zoveel problemen hebben terwijl de mensen in hun omgeving zwak of dom zijn, ze het onderspit zullen delven mocht iemand sterk van karakter of intelligent worden.

Zo iemand heeft zo weinig vertrouwen, dat het aan doodsangst grenst. Dit wordt gewoonlijk gemaskeerd en verborgen gehouden.

Wanneer zo’n persoonlijkheid doordraait, zit de wereld vol met marsmannetjes of de FBI en iedereen die hij tegenkomt, is ook echt een marsmannetje of een agent van de FBI.

Het gros van zulke mensen vertoont uiterlijk echter geen tekenen van krankzinnigheid. Ze maken een zeer rationele indruk. Ze kunnen zeer overtuigend zijn.

Een dergelijke persoonlijkheid kan de eerder vermelde antisociale eigenschappen echter niet in zichzelf ontdekken. Dit is zó waar, dat als je dacht jezelf in één van de hierboven genoemde eigenschappen herkend te hebben, het heel zeker is dat je niet antisociaal bent. Zelfkritiek is een luxe die de Antisociale Persoonlijkheid zich namelijk niet kan permitteren. Ze moeten gelijk hebben, omdat ze volgens zichzelf voortdurend in gevaar verkeren. Als je zou aantonen dat zo’n persoon het bij het verkeerde eind had, is er zelfs een kans dat hij of zij vreselijk ziek wordt.

Alleen iemand die geestelijk gezond en evenwichtig is, probeert zijn gedrag te corrigeren.

Opluchting

Als je uit je verleden de Antisociale Personen die je hebt gekend zou verwijderen en je vervolgens het contact met hen zou verbreken, dan zou dat een grote opluchting voor je kunnen betekenen.

Evenzo, als de samenleving dit type persoonlijkheid zou kunnen herkennen als een zieke, zoals nu mensen met pokken worden afgezonderd, zou er zowel maatschappelijk als economisch herstel kunnen optreden.

Het is niet waarschijnlijk dat de omstandigheden veel beter zullen worden zolang het 20 procent van de bevolking wordt toegestaan om het leven en de ondernemingsgeest van de overige 80 procent te domineren en te schaden.

Zoals het tegenwoordig in de politiek gewoon is dat beslissingen bij meerderheid van stemmen worden genomen, zo hoort in ons dagelijks leven de geestelijke gezondheid van de meerderheid tot uitdrukking te komen, zonder de tussenkomst van en afbraak door de sociaal zieken.

Het jammerlijke ervan is dat ze geen hulp zullen accepteren en niet op behandeling zullen reageren als men hulp zou trachten te bieden.

Begrip en het vermogen om zulke persoonlijkheden te herkennen, zouden in ons leven en in onze samenleving een grote ommekeer teweeg kunnen brengen.

een onbeperkte vrijheid van beweging, keuze of handelen. Ongestoord kunnen doen wat men wil.

Napoleon Bonaparte (1769–1821), Frans militair leider. Hij kwam door militair geweld aan de macht, verklaarde zichzelf tot keizer en voerde veroveringsveldtochten door heel Europa tot zijn uiteindelijke nederlaag door geallieerde legers tegen hem in 1815. Tijdens de Napoleontische oorlogen (1799–1815) stierven er een half miljoen mensen.

Adolf Hitler (1889–1945), Duits politiek leider in de twintigste eeuw, die ervan droomde een superras te creëren dat gedurende duizend jaar als het Derde Duitse Rijk zou heersen. Na in 1933 met geweld als dictator in Duitsland de macht te hebben overgenomen, begon hij de Tweede Wereldoorlog (1939–1945), onderwierp een groot deel van Europa aan zijn macht, en vermoordde miljoenen joden en anderen die als “minderwaardig” werden beschouwd. Hitler pleegde in 1945 zelfmoord toen Duitsland zo goed als verslagen was.

John Dillinger (1902–1934) was een beruchte Amerikaanse bankrover en moordenaar die tot twee keer toe uit de gevangenis ontsnapte en in 1933 tot “Staatsvijand Nr. 1” werd uitgeroepen vanwege zijn rol in een groot aantal bankovervallen en moorden, waaronder de moord op een politieagent die door hem en leden van zijn bende werd gepleegd.

Charles Arthur Floyd (1904–1934), Amerikaans crimineel, bankrover en moordenaar die meer dan 30 banken heeft beroofd en ten minste 10 mensen heeft vermoord, waarvan de helft politieagent was.

de opeenvolgende gebeurtenissen van een activiteit, waarbij de activiteit wordt gestart, doorgaat zolang dat nodig is en dan volgens plan voltooid wordt.

ernstige infectieziekte, waarbij het hele lichaam in meerdere of mindere mate met etterpuisten overdekt werd en die vaak dodelijk was. De pokken zijn door een inentingsprogramma (behandeling die iemand immuun voor de ziekte maakt) over de hele wereld uitgeroeid.

geestelijke kracht en aandrang tot het op touw zetten van (grote) ondernemingen.